De computer drukt op een formulier in een matrix van vierkantjes allerlei
willekeurige letters af. Deze matrix van textboxen met daarin 1 letter kun je
bijvoorbeeld 10 bij 10 groot maken. Tussen die letters moet een woord verstopt
worden wat de gebruiker zo snel mogelijk moet zien te vinden. Dit woord mag
horizontaal, verticaal of diagonaal verstopt worden. De computer moet bijhouden
hoelang de gebruiker er over doet om het woord te vinden. Het programma moet ook
tenminste een totaal score bijhouden van alle gevonden woorden en de totale
speeltijd. Je kunt in het programma ook een maximale zoektijd per woord inbouwen.